Unieke verhalen
Een openluchtmuseum is er niets bij. Hier staan de gebouwen nog op hun oorspronkelijke plek, ingebed in een oeroud boerenlandschap. Beerze is het toonbeeld van landelijke bouwkunst in Salland. Aan de Beerzerweg liggen maar liefst negen rijksmonumentale boerderijen op rij. Deze beschermde status verkregen zij in 1973. Veel panden dateren nog van vóór 1800. Hun rieten daken steken hoog boven de lage stenen wanden uit. De voorgevels laten een klassieke verdeling zien met voordeur, hoofdvenster(s) en kleine raampjes aan weerszijden. Verschillende achtergevels kennen een ‒ vanwege de lage muren noodzakelijke ‒ dieper liggende deeldeur, het onderschoer. Ook de bijbehorende stallen, schaapskooien, schuren en hooibergen zijn meer dan de moeite van het bezichtigen waard. Diverse opstallen bevatten nog wanden met strovlechtwerk. Vanwege het authentieke karakter werd Beerze in 1992 als beschermd dorpsgezicht aangemerkt.
Tekst: Plaatsengids.nl
Video: TV Oost
Beerze is een natuurgebied van ongeveer 400 hectare groot en ligt ten zuiden van de Vecht tussen Ommen en Mariënberg. U vindt hier niet alleen de mooie stuifzandvaktes met kamduinen en jeneverbesstruwelen, maar ook landgoed Beerze en de cultuurgronden langs de Vecht bij esdorp Beerze. De variatie en vergezichten maken dat Beerze absoluut de moeite van een bezoek waard is!
Landschap Overijssel heeft een uitgebreid historisch onderzoek uitgevoerd naar het ontstaan van het landschap en het landgoed Beerze. Op basis daarvan ontwikkelden ze de Landgoedvisie Beerze.
De landgoedvisie gaat zowel in op het natuurgebied, het erfgoed als ook op de omgeving van het landgoed: namelijk de buurtschap Beerze. Samen met inwoners, overheden en pachters van de landbouwgronden hebben ze nagedacht over de kwaliteiten en de toekomst van landgoed Beerze en haar omgeving.
Tekst en foto: Landschap Overijssel
Beerze is een brinkdorp, waarvan reeds in 1227 melding werd gemaakt. Op veel plaatsen langs de weg resteren open ruimtes die onder meer als brink en verzamelplaats voor het vee fungeerden.
Rond 1230 wordt de Edele heer Warner van Beerze genoemd die op 1 augustus 1227 werd gedood bij de slag om Ane (een dorp achter Hardenberg). In 1406 werd door de monniken uit Sibculo in Beerze begonnen met de bouw van een klooster. De eigenaar van Beerze, Diderick van Voorst schonk aan priester Johan Clemone de benodigde gronden. Later kreeg het klooster dat aan de Vecht lag de funktie van herberg, wellicht herberg De Goede Vrouw.
Beerze ligt deels in de uiterwaarden van de Vecht. Mensen vestigden zich op de hogere gronden naast de rivier. Daar brachten ze de grond in cultuur, door bomen te kappen en de bodem vruchtbaar te maken met een mengsel van schapenmest en heideplaggen. Heidevelden en schapen waren daardoor lange tijd noodzakelijk voor de opbrengst van het land.
De boerderijen waren van oudsher het type Saksische- of Hallenhuis boerderij: een open ruimte waarin mens en dier samen leefden, een lemen vloer en een eiken ankerbalkgebint. Stro vormde het dak. Later werd dat riet. Kenmerkend is nu nog het strovlechtwerk op de schuren. Karakteristiek voor de oude Saksische boerderij is ook de zogeheten onderschoer, een inspringende ruimte in de achtermuur van de deel.
Tekst en foto: Oud Ommen
De buurtschap Beerze vormde eeuwenlang een kleine hechte gemeenschap, waar de mensen bij lief en leed op elkaar aangewezen waren. De buren hielpen elkaar op het bedrijf of in geval van geboorte, trouwen, ziekte en overlijden. Deze burenhulp of noaberschap was geen vrijblijvende aangelegenheid, maar een plicht. Soms dragen bij een uitvaart de buren nog de kist of is er de hulp van de buurvrouwen bij het koffieschenken tijdens de nazit. Wat ook bleef, is het zetten van een boog op het erf bij een bruidspaar. De mannen zorgen voor het "groen" en het maken van de boog. De vrouwen vervaardigen de versiering met behulp van roosjes. Op de avond voor het feest wordt de kale groene boog door de buren naar zijn plek gebracht. De buurvrouwen versieren de staande boog. Wanneer de boog staat en versierd is, komt het toekomstige bruidspaar de boog bewonderen. De buren worden uitgenodigd om binnen een drankje te komen drinken.
Tekst: Canon van Nederland
De meeste buurtschappen in de gemeente Ommen hadden vroeger een eigen school. Daar waar school werd gehouden was de buurtschap eigenaar van het schoolvertrek.
Toentertijd was nog sprake van lagere school. Je moet toch ergens beginnen niet waar? Na de Franse tijd (1795-1813) gingen de scholen over naar de gemeente. In de 18e eeuw had Beerze een “Boerschapsschool”, die door de Marke Beerze was gesticht en in stand werd gehouden. Geen schoolmeester van professie maar een boer die in zijn vrije tijd een kleine bijverdienste had als schoolmeester. Beerze kreeg omstreeks 1813 een onderwijzer in de persoon van Hendrik Ramerman. De eerste school stond midden in de buurtschap, gelegen tussen erve Kortman (huisnummer 24) en erve Warmink (Tiks, huisnummer 26) aan de Beerzerweg. In 1862 wordt een nieuwe school gebouwd gelegen ongeveer 1 kilometer verderop aan de Beerzerweg 11. Deze plek is zodanig gekozen dat ook voor de kinderen uit de buurtschap Junne de school beter bereikbaar werd. Vervolgens wordt in 1920 op bijna dezelfde plek opnieuw een school gebouwd en in 1938 een nieuwe onderwijzerswoning. In 1985 komt een einde aan de school aan de Beerzerweg 14 en wordt verbouwd tot de huidige woning met een B&B gelegenheid.
Een huis met een geschiedenis. Eerste bewoner in 1925 was baron Bentinck en later – door vererving – naar Jonkvrouwe Röell, een geboren Baronesse Bentinck.
Huis Beerze met koetshuis bestaat uit een parkbos, vijver en lanen met zichtlijnen. De inrit naar het landhuis wordt gemarkeerd met twee blikken leeuwen, één met het wapenschild van Bentinck en één met die van Röell. In totaal beslaat het landgoed 185 hectare.
Van boeren uit Beerze kocht baron Bentinck heidegrond en stuifduinen. Om het stuifzand tegen te houden plantte de baron in 1923 op grote schaal naaldhout. In opdracht van Bentinck werd door de Beerzer boer en timmerman Gerrit Jans (Tiks-Gait) als uitvoerder met zijn zoons en bouwvakkers twee jaar later een nieuw landhuis van drie verdiepingen gebouwd als vervanging van een van de eerste zomerhuisjes in Beerze. Zo ontstond in 1925 het landgoed met Huis Beerze. Het landhuis kreeg zelfs een eigen treinstopplaats. De bewoners speelde een wezenlijke rol voor wat betreft het sociale leven in de buurtschap.
Tekst en foto: Oud Ommen
Een openluchtmuseum is slechts een zwakke afpiegeling vergeleken met buurtschap Beerze. Hier staan de gebouwen nog op hun oorspronkelijke plek, ingebed in een oeroud boerenlandschap. Beerze is het toonbeeld van landelijke bouwkunst in Salland. Aan de Beerzerweg liggen maar liefst negen rijksmonumentale boerderijen op rij. Deze beschermde status verkregen zij in 1973. Veel panden dateren nog van vóór 1800. Hun rieten daken steken hoog boven de lage stenen wanden uit. De voorgevels laten een klassieke verdeling zien met voordeur, hoofdvenster(s) en kleine raampjes aan weerszijden.
De boerderijen zijn met de achtergevel naar de weg gelegen.
Verschillende achtergevels kennen een ‒ vanwege de lage muren noodzakelijke ‒ dieper liggende deeldeur, het onderschoer. Ook de bijbehorende stallen, schaapskooien, schuren en hooibergen zijn meer dan de moeite van het bezichtigen waard. Diverse opstallen bevatten nog wanden met strovlechtwerk. Vanwege het authentieke karakter werd Beerze in 1992 als beschermd dorpsgezicht aangemerkt.
Het landgoed Beerze laat je genieten van verrassende doorkijkjes en statige lanen. Tijdens een wandeling loop je nu eens over zandverstuivingen, dan weer langs bossen, veenputten of heide. Hier waan je je in vervlogen tijden en ervaar je intens de rust en ruimte. De natuurwaarden zijn er zo hoog, dat Beerze is aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied. Door de grote landschappelijke variatie leven er veel verschillende planten en dieren, zoals de adder en het klein blaasjeskruid. Wel eens een raaf gezien? In dit gebied wordt deze zwarte, grote en schuwe vogel regelmatig gespot. Ga s’ ochtends vroeg op pad, de kans is groot dat je oog in oog komt te staan met een ree of één van de vele andere dieren in dit verrassende gebied.
Het gebied ten noorden van de buurtschap wordt gekenmerkt door de grote openheid van de opbollende es die aan de west‐, noord‐ en oostzijde begrensd wordt door de grillige meandering van de Vecht. Aan de zuidzijde wordt de agrarische open ruimte die uit zogenaamde zandkampen bestaat, begrensd door kamduinen met oud eikenbos en de achterliggende bosgebieden.
Aanvankelijk bezat iedere hoeve een eigen akker, de zogenaamde huiskamp, die aan de hoeve grensde en een afgeronde blokvorm bezat. Deze huiskampen zijn veelal nu nog zodanig herkenbaar. In de late Middeleeuwen evolueerde het landbouwsysteem tot een systeem met een toenemend accent op intensieve akkerbouw, waarbij het akkerareaal fors werd uitgebreid en grote landbouwcomplexen, de essen vormden. Om in de mestbehoefte van de akkers te voorzien werden rundvee en schapen gehouden. De es is gesitueerd achter de aan de noordzijde van de weg gelegen huiskampen. Tussen de es en de Vecht liggen groengronden. Als gevolg van de intensievere akkerbouw in de late Middeleeuwen was een reglementering nodig van het gebruik van het gemeenschappelijk gebruik van de gronden, bos en heide. De daartoe opgerichte Marke genootschappen legden de gebruiksrechten vast, hetgeen uiteindelijk een sterk geregelde samenleving tot gevolg had.
Foto en tekst: Oud Ommen